Gisbertus Voetius.
III. Naar de'eers te G©meen t e. Nadat hij de academie had vaarwel gezegd, had de jeugdige Voetius niet het voornemen zich onmiddellijk bero-epbaar te stellen. Hij koesterde het vurig verlangen om, zoo-als vele jonge lieden in dien tijd dedem vóór hij zich vestigde ...
Aesthetische Christusbeschouwing.
VI. (Pantheïsti sehe en Panohrististisohe trekken). En was dit alles nu nog maar het eenigie!Het zou. al genoeg; zijn, maar het zou dan nog ferger kunnen.Maar-wie hebben nog niet alles gezegd. Want het valt met te loo^c ...
Job. Seb. Bacb, de Architect-Mysticus.
I. Schrijven over Bach in klein bestek brengt zijn eigenaardige moeilijkheden mede. Een uitsluitend historische behandeling roert nergens de kern aan en blijft in het tijdelijke gevangen.Technische beschouwingen vergen veel ruimte «n vooronderstellen eenige ...
Aesthetische Christusbeschouwing.
I. (Inleiding) Toen eetim'aal Christus Jezus den rijken jongeling ontmioette en in hem veel zqg, waarom hij heüi beminde, was de begroeting van den Jongen man: „Goede Meester"; en het antwoord van den Meester was de vraag, tot heiü gericht: „Wat noemt gij mij goed? ...
Wetenscbag en levensvreugd.
door F. C. MEIJSTER. IV. Onze Tlieologische School is niet allereerst gesticht om in zelfstandige beoefening de Wetenschap zelf te dienen; zij heeft zich van het leven van ons gereformeerde volk nooit losgemaakt; zij is er uit opgekomen, ze is er in geworteld ...
Een zeventiende-eeuwsche Gideon.
I. Als Bernard Shaw in de voorrede voor zijn jongste tragedie van de Maagd van Orleans i) constateert, dat de menschen altijd leugens vertellen over hun groote tijdgenooten, maar dat daarna de historie dezen recht doet, dan noemt hij als een zijner voorbeelden 2) o ...
Het Contact tusscben de School in haar hoogere leerjaren en de Jeugdheweging.1)
I. Wanneer wij gaan handelen over het contact tusscben de School in haar hooger© L©©rjar©n en de Jeugdbeweging, zal het in de eerste plaats noodig zijn, de begrippen School ©n Jeugdbeweging eenigszins nader te begrenzen.Met de School in baar hoogere Leerjare ...
Gisbertus Voetius.
VIL Pastorale arbeid te Heusden Zeventien jaren lang, to^tdat hij in 1634 tot het hoogleeraarsambt werd geroepen, is Voetius de ker'k van zijne geboortestad trouw gebleven, niettegenstaande grootere gemeenten hem "herhaaldelijk hebben begeerd. Had hij gedurende het ...
GIsbertus Voetius
X. In de studeerkamer. Afscheid van Heusden Bij al den arbeid in en buiten zijne gemeente, vond Voetius toch nog tijd om zich aan studie en wetenschappielijk werk te wijden. Wij', zagen reeds hoe hij gedurende de laatste jaren van zijn dienst te Heusden zich bezig ...
Gisbertus Voetius.
II. Theologische Studiejaren. IMa het regentschap van het Collegium Theologicum gedurende eenige maanden voorloopig te hebben waargenomen, werd Bertius iirhet begin van Februari 1607 definitief geïnstalleerd, bij welke feestelijke gelegenheid door Curatoren en Burg ...